Leptospirose en het L4 vaccin
Leptospirose
Leptospirose wordt door veel mensen ook wel Ziekte van Weil genoemd. Dit is echter slechts één van de leptospiren die in Nederland voorkomen. Leptospiren zijn bacteriën die een lichaam kunnen binnendringen via de slijmvliezen of wondjes. Deze leptospiren worden door besmette dieren uitgescheiden in o.a. urine. Ratten en alle andere zoogdieren kunnen drager van deze leptospiren zijn en scheiden ze via de urine uit. Dat leptospirose dus alleen opgelopen kan worden door honden die zwemmen is een fabeltje. Ze kunnen het al oplopen door te snuffelen aan planten waaroverheen geplast is met een door leptospirose besmette dier (bijvoorbeeld een andere hond, vos, egel, rat, ree, etc).
Honden die leptospirose oplopen kunnen hier eerst algemeen ziek van worden (o.a. koorts, braken, geen eetlust). Uiteindelijk verergert de ziekte waardoor er lever- en nierschade optreedt. Uiteindelijk zal de hond komen te overlijden. Leptospirose is een zoönose. Dit betekent dat ook mensen het op kunnen lopen en er ernstig ziek van kunnen worden.
Omdat leptospirose in Nederland endemisch voorkomt, wordt er veel onderzoek naar gedaan. Uit recente gegevens blijkt dat het aantal gevallen van honden met leptospirose enorm is toegenomen in de laatste 5 jaar. Ook ratten en muizen worden onderzocht op leptospirose door het RIVM. Ook deze data laten zien dat er steeds meer besmette ratten en muizen in Nederland zijn.
L4 vaccin
Gelukkig kunnen we honden beschermen tegen leptospirose door middel van een vaccinatie. Door de honden te beschermen, beschermen we ook meteen mensen tegen de ziekte, omdat mensen het vaak van honden oplopen.
Voor de vaccinatie is sinds een paar jaar een nieuw leptospirose vaccin op de markt, de L4. Dit vaccin bevat de 4 verschillende typen (serovars) leptospiren die het meest in Nederland voorkomen. Voorheen gebruikten we een vaccin met maar 2 typen. Het L4 vaccin beschermd dus veel beter tegen leptospirose en inmiddels is het oude vaccin ook niet meer verkrijgbaar.
De L4 vaccinatie is een zogenaamde booster vaccinatie. Dit betekent dat honden die hem voor de eerste keer krijgen, hem nog een keer binnen 3 à 4 weken herhaald moeten krijgen. Pas 2 weken na deze booster is de hond volledig beschermd. Deze bescherming houdt 1 jaar aan (gerekend vanaf de eerste vaccinatie). Hierna dient een hond dus jaarlijks gevaccineerd te worden tegen leptospirose.
Dit vaccinatie protocol valt ook binnen de vaccinatie richtlijnen van de WSAVA (The World Small Animal Veterinary Association).
L4 spookverhalen op internet
Helaas gaan er een aantal nare verhalen rond op het internet over het L4 vaccin. Dit zijn erg enge verhalen over duizenden honden, voornamelijk in Engeland, die zouden zijn overleden na het toedienen van het L4 vaccin. Wij kunnen u gelukkig melden dat deze verhalen allemaal van één bron afkomstig zijn, en dat deze niet juist zijn. Graag willen we een aantal gegevens die zijn verzameld over de L4 vaccinatie voor u op een rijtje zetten.
- In Nederland is er al meer dan 2,5 miljoen keer met L4 gevaccineerd.
- Wij hebben zelf al ongeveer 1500 keer met L4 gevaccineerd (t/m september 2016), zonder ernstige bijwerkingen gezien te hebben.
- 1 op de 250.000 honden is binnen 2 weken na L4 vaccinatie overleden. Dit is een tijdsrelatie en dus niet per se gecorreleerd aan de vaccinatie. Dit houdt in dat de vaccinatie niet de oorzaak hoeft te zijn van de sterfte. Onder deze sterfgevallen zijn bijvoorbeeld ook fatale ongelukken die binnen 2 weken na de vaccinatie hebben plaatsgevonden.
- Dit zijn evenveel sterfgevallen als toen men nog met het Lepto 2 vaccin vaccineerde.
- Alle dierenartsen zijn verplicht ernstige bijwerkingen te melden aan het Centraal Bureau Bijwerkingen Diergeneesmiddelen.
- In de eerste 2 jaar na de introductie van een nieuw product wordt de bijsluiter iedere 6 maanden aangepast door de autoriteiten (dus niet door de fabrikant). Als er ernstige bijwerkingen worden geconstateerd zullen deze dus in de bijsluiter opgenomen worden.
Bijwerkingen L4 vaccin
Wat zijn de bekende bijwerkingen van het L4 vaccin?
Bij meer dan 1 op de 10 honden zien we:
- Jeuk of pijn op de injectieplaats. Deze reactie kunnen we verminderen door het vaccin op kamertemperatuur te laten komen voordat we het inspuiten.
- Kleine zwelling op de injectieplaats, die ook weer snel wegtrekt.
- Milde en van voorbijgaande temperatuurstijging (minder dan 1 graad Celsius), soms gaat dit ook gepaard met verminderde eetlust en sloomheid. Dit is ook de reden waarom we alleen gezonde dieren vaccineren met een goede weerstand.
Bij minder dan 1 op de 10.000 honden zien we:
- Een allergische reactie, die leidt tot een anafylactische shock.