Titeren bij de hond
Wat is titeren?
Bij "titeren" wordt gekeken naar de hoeveelheid antilichamen in het bloed voor een bepaalde infectieziekte. Op grond hiervan kan er bepaald worden of het nodig is om op dat moment tegen deze infectieziekte te vaccineren. op deze manier is het mogelijk om nog meer op maat te vaccineren dan we al deden met het moderne vaccinatie schema.
De titerbepaling wordt uitgevoerd met de zogenaamde Vaccicheck. Dit is een test die in de kliniek uitgevoerd kan worden met kleine hoeveelheden bloed. U kunt op de uitslag van de test wachten (zo'n 45 minuten), zodat daarna indien nodig op maat gevaccineerd kan worden.
Voor welke ziektes kun je titeren?
Een betrouwbare titerbepaling is met Vaccicheck mogelijk voor Hondenziekte, Parvo en Hepatitis. Voor Leptospirose (o.a. Ziekte van Weil) is de titerbepaling niet betrouwbaar en bovendien niet zinvol. Leptospirose is namelijk een bacteriële infectie waarbij niet de hoeveelheid antilichamen maar de afweer door witte bloedcellen bepalend zijn voor de mate van bescherming tegen een infectie. Het immuunsysteem heeft voor bacteriën bovendien een korter geheugen dan voor virussen. Daarom moet een hond ieder jaar gevaccineerd worden tegen Leptospirose.
Kijk voor meer informatie over vaccineren op onze pagina over hondenziektes en vaccineren.
Wanneer is het zinvol om te titeren?
Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat een hond na de 3 puppy vaccinaties en booster vaccinatie tussen de leeftijd van 6 tot 12 maanden, maar 1x per 3 jaar gevaccineerd hoeft te worden tegen Hondenziekte, Parvo en Hepatitis (de zogenaamde cocktail vaccinatie). In de tussenliggende jaren wordt bij Dierenkliniek A30 dan ook alleen gevaccineerd tegen Leptospirose. Alleen op momenten dat een hond toe is aan de vaccinatie tegen Hondenziekte, Parvo en Hepatitis is het zinvol om een titerbepaling te doen. Dat is, bij het normale vaccinatieschema, voor het eerst op de leeftijd van 4 jaar.
Sommige mensen willen graag het optimale moment voor het vaccineren van pups bepalen met behulp van een titerbepaling. Omdat er binnen een nest sterke variatie per pup kan zijn tussen de maternale antilichamen (de afweer tegen infectieziektes die de pup van zijn moeder heeft meegekregen) moeten alle pups in een nest iedere 2 à 3 weken worden getest. Behalve dat dit onpraktisch is, is het ook een grote belasting voor pups om zo vaak bloed af te nemen. Daarom raden wij een titerbepaling bij pups af. Wel is het mogelijk om op 1 jarige leeftijd te kijken of de booster vaccinatie al aan de orde is, of dat de afweer nog hoog genoeg is.
Wat doen we met de uitslag?
Als een hond voldoende antilichamen blijkt te hebben voor een bepaalde infectieziekte, dan hoeven we op dat moment niet te vaccineren tegen deze ziekte. Het is echter heel lastig om precies te zeggen hoe lang de hond dan nog beschermd is tegen deze ziekte. Er is onderzoek naar gedaan en de adviezen hieromtrent zijn o.a. afhankelijk van de vaccinatiegeschiedenis van de hond. In sommige gevallen hoeft er pas na 3 jaar getest te worden, in andere gevallen na 1 jaar. De dierenarts zal u dus een advies op maat geven.
Haken en ogen
Wat we willen bereiken met de titerbepaling is zoveel mogelijk op maat vaccineren. Helaas zijn niet alle vaccins los verkrijgbaar. Zo is het bijvoorbeeld wel mogelijk om alleen te vaccineren tegen Parvo of Leptospirose, maar er is geen los vaccin verkrijgbaar tegen Hondenziekte of Hepatitis. Indien blijkt dat een hond nog wel voldoende antilichamen heeft tegen Parvo, maar niet tegen Hondenziekte dan moeten we toch tegen beide infectieziekten vaccineren.
Hieronder volgt een overzicht van de vaccins die beschikbaar zijn.
- L4 (Leptospirose)
- Parvo
- Hondenziekte en Parvo
- Hondenziekte, Parvo en Hepatitis