Dierenkliniek a30

Tijd en aandacht voor u en uw huisdier      0318 - 437 133

Titeren bij de kat

Wat is titeren?

Bij "titeren" wordt gekeken naar de hoeveelheid antilichamen in het bloed voor een bepaalde infectieziekte. Op grond hiervan kan er bepaald worden of het nodig is om op dat moment tegen deze infectieziekte te vaccineren. Op deze manier is het mogelijk om nog meer op maat te vaccineren dan we al deden met het moderne vaccinatie schema.

De titerbepaling wordt uitgevoerd met de zogenaamde Vaccicheck. Dit is een test die in de kliniek uitgevoerd kan worden met kleine hoeveelheden bloed. U kunt op de uitslag van de test wachten (zo'n 45 minuten), zodat daarna indien nodig op maat gevaccineerd kan worden.


Voor welke ziektes kun je titeren?

Een betrouwbare titerbepaling is met Vaccicheck mogelijk voor Kattenziekte (Feline Panleukopenia) en Niesziekte (calici of FCV & Herpes of FHV).


Wanneer is het zinvol om te titeren?

Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat een kat na de 2 kitten vaccinaties en booster vaccinatie tussen de leeftijd van 6 tot 12 maanden, maar 1x per 3 jaar gevaccineerd hoeft te worden tegen Kattenziekte. In de tussenliggende jaren wordt bij Dierenkliniek A30 dan ook alleen gevaccineerd tegen Niesziekte. Alleen op momenten dat een kat toe is aan een vaccinatie is het zinvol om een titerbepaling te doen. Dat is, bij het normale vaccinatieschema, voor het eerst op de leeftijd van 2 jaar.

Sommige mensen willen graag het optimale moment voor het vaccineren van kittens bepalen met behulp van een titerbepaling. Omdat er binnen een nest sterke variatie per kitten kan zijn tussen de maternale antilichamen (de afweer tegen infectieziektes die de pup van zijn moeder heeft meegekregen) moeten alle kittens in een nest iedere 2 à 3 weken worden getest. Behalve dat dit onpraktisch is, is het ook een grote belasting voor kittens om zo vaak bloed af te nemen. Daarom raden wij een titerbepaling bij kittens af. Wel is het mogelijk om op 1 jarige leeftijd te kijken of de booster vaccinatie al aan de orde is, of dat de afweer nog hoog genoeg is.


Wat doen we met de uitslag?

Als een kat voldoende antilichamen blijkt te hebben voor een bepaalde infectieziekte, dan hoeven we op dat moment niet te vaccineren tegen deze ziekte. Het is echter heel lastig om precies te zeggen hoe lang de kat dan nog beschermd is tegen deze ziekte. Er is onderzoek naar gedaan en de adviezen hieromtrent zijn o.a. afhankelijk van de vaccinatiegeschiedenis van de kat. In sommige gevallen hoeft er pas na 3 jaar getest te worden, in andere gevallen na 1 jaar. De dierenarts zal u dus een advies op maat geven.


Haken en ogen

We hebben 2 verschillende vaccins beschikbaar voor katten.

  • Niesziekte
  • Kattenziekte en niesziekte

 

Hierdoor kunnen we niet altijd op maat vaccineren. Indien er voldoende antilichamen aanwezig zijn tegen niesziekte, maar onvoldoende tegen kattenziekte, zijn we genoodzaakt om ook tegen niesziekte te vaccineren. Is alleen de afweer tegen niesziekte onvoldoende dan kunnen we daar wel alleen tegen vaccineren.